Bij veel bedrijven worden overuren van werknemers weggestreept door de uren om te zetten in vrije tijd (tijd-voor-tijd). Vanaf 1 januari mag dat alleen nog als dat in de cao is geregeld.
Wat betekent dat voor uw bedrijf?
Sinds 2018 moeten uw werknemers over het totaal aantal gewerkte uren minimaal het minimumloon ontvangen. Dat is vastgelegd in de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML). Compensatie van over- of meerwerk in betaalde vrije tijd (ofwel tijd-voor-tijd) is vanaf 1 januari 2019 alleen nog toegestaan als dat in de cao is vastgelegd.
Bij het vergoeden van overwerk in vrije tijd kan namelijk een situatie ontstaan dat het gemiddelde uurloon, berekend over het totaal aantal gewerkte uren, onder het wettelijk minimumloon komt te liggen. En dat mag niet volgens de WML.
Geen regels zonder uitzonderingen. In sommige gevallen is het nog wel mogelijk om bij overwerk uw werknemer wel tijd-voor-tijd te geven, ook als er geen cao is. Bijvoorbeeld bij maandelijkse uitbetaling van het salaris. In dat geval is compensatie in vrije tijd nog steeds mogelijk binnen de maand waarin de extra uren zijn ontstaan. Het recht op minimumloon geldt immers per betalingsperiode.
Krijgt uw werknemer meer betaald dan het minimumloon? Ook dan is tijd-voor-tijd nog steeds toegestaan. Voorwaarde is wel dat de werknemer over alle gewerkte uren bij elkaar opgesteld minstens het minimumloon per uur ontvangt.
Maakt uw werknemer in een jaar overuren, dan moeten die uiterlijk voor 1 juli van het daaropvolgende jaar worden gecompenseerd in betaalde vrije tijd. Gebeurt dat niet, dan moet de werkgever de uren alsnog uitbetalen.
Valt uw bedrijf niet onder een cao, dan kunt u eenvoudig nagaan of u de overuren in 2019 mag compenseren in tijd-voor-tijd. Verdient uw werknemer bijvoorbeeld 15 procent meer dan het minimumloon? Dan mag hij in dat geval 15 procent meer werken dan het aantal afgesproken uren in het arbeidscontract, zonder compensatie in geld.